Toen nam Elifaz uit Teman het woord: ‘Kan een mens God ooit tot nut zijn, kan zelfs een wijze Hem een dienst bewijzen? Verheugt het de Ontzagwekkende dat jij onschuldig bent? Baat het Hem dat jij een onberispelijk leven leidt? Zou Hij je voor je vroomheid willen straffen en je daarom in een rechtsgeding betrekken? Je weet toch dat je levenswandel slecht is, dat je zonden ontelbaar zijn?
Lees meer ...Job 22:15-30 Elifaz’ derde betoog 2
Wil je het pad van vroeger blijven gaan, dat door de onrechtvaardigen gevolgd wordt? Zij werden vóór hun tijd geveld, alsof een rivier hun fundament had weggespoeld. Steeds weer zeiden ze tot God: “Wend U van ons af. Wat kan de Ontzagwekkende voor ons doen?” Toch vulde Hij hun huis met rijkdom. De bedrijvigheid van goddelozen blijve ver van mij! De rechtvaardige ziet het aan en hij verheugt zich, de onschuldige lacht hen smalend uit.
Lees meer ...Job 23:1-17 Jobs antwoord op Elifaz’ derde betoog 1
Hierop antwoordde Job: ‘Ook vandaag is mijn klacht een klacht vol bitterheid, mijn hand kan mijn zuchten nauwelijks onderdrukken. O, wist ik maar waar ik Hem kon vinden, kon ik Hem maar opzoeken in Zijn verblijf. Dan zou ik mijn zaak aan Hem voorleggen en het zou mij aan argumenten niet ontbreken. Ik zou horen wat Hij mij te zeggen had en begrijpen wat Hij tegen mij aanvoerde. Zou Hij Zijn macht gebruiken, als Hij mij bestrijdt? Nee, Hij zou aandachtig naar mij luisteren.
Lees meer ...Job 24:1-12 Jobs antwoord op Elifaz’ derde betoog 2
Waarom kent de Ontzagwekkende de tijd van alle dingen, maar weten zij die Hem vereren nooit wanneer Hij ingrijpt? Er zijn mensen die grensstenen verplaatsen, die kudden stelen en ze weiden als de hunne. Ze drijven de ezel van de wezen weg, ze nemen van de weduwe haar os als onderpand. De armen worden van het pad gedrongen, de behoeftigen kruipen bij elkaar.
Lees meer ...Job 24:13-25 Jobs antwoord op Elifaz’ derde betoog 3
De goddelozen zijn de vijanden van het licht, zij willen Zijn wegen niet kennen en weigeren Zijn pad te volgen. Voor het dag wordt, staat de moordenaar op om de arme en behoeftige te doden; als een dief sluipt hij door de nacht. De echtbreker wacht de avondschemer af, hij denkt: Geen oog zal mij nu herkennen, en bedekt zijn gezicht met een masker. In het donker dringen zij de huizen binnen; na zonsopgang houden zij zich schuil om aan het daglicht te ontsnappen.
Lees meer ...Job 25:1-6 Bildads derde betoog
Toen nam Bildad uit Suach het woord: ‘Heersen en ontzetting zaaien – dat is God, tot in de hoogste hemel dwingt Hij vrede af. Zijn de troepen van Zijn leger niet ontelbaar? Kan iemand zich verbergen voor Zijn licht?
Lees meer ...Job 26:1-14 Jobs antwoord op Bildads derde betoog 1
Hierop antwoordde Job: ‘Heb jij dan hulp geboden aan de machteloze, heb jij de arm gesteund die het aan kracht ontbrak? Wat heb jij tegen hem gezegd die de wijsheid mist, heb jij goede raad gegeven aan de onervarenen? En wie heeft jou je woorden ingefluisterd, wiens geest spreekt door jouw mond? De schimmen worden aan het sidderen gebracht, de onderaardse wateren en hun bewoners.
Lees meer ...Job 27:1-23 Jobs antwoord op Bildads derde betoog 2
Job zette zijn betoog voort: ‘Ja! God heeft mij mijn recht onthouden, de Ontzagwekkende heeft mij diep verbitterd. Zolang het leven in mij ademt, zolang Gods geest mij nog doortrekt, zullen mijn lippen geen onwaarheid spreken, zal geen leugen aan mijn tong ontsnappen. Het laatst van al zal ik jullie gelijk erkennen, tot aan mijn dood houd ik mijn onschuld staande. Ik blijf bij mijn rechtschapenheid, tot het einde toe, over mijn leven heb ik mijzelf niets te verwijten. Laat men mijn vijand een goddeloze noemen, mijn tegenstander als boosdoener beschouwen. Waarop kan de misdadiger hopen, wanneer God zijn levensdraad afsnijdt en hem de stilte van de dood oplegt? Zal God zijn angstkreet horen, als hij door rampspoed wordt getroffen?
Lees meer ...Job 28:1-11 Over de wijsheid 1
Er is een plaats waar zilver wordt gewonnen, een plaats waar goud gewassen wordt. IJzer wordt uit de aarde opgedolven en koper wordt uit erts gesmolten. De mens verdrijft de duisternis, hij dringt door tot in het binnenste der aarde, tot aan de steen van diepst verborgen donkerte.
Lees meer ...Job 28:12-28 Over de wijsheid 2
Maar de wijsheid – waar moet je haar zoeken, en het inzicht – waar is het te vinden? Geen sterveling kent de weg erheen, de wijsheid is niet in het land der levenden. De oervloed zegt: ‘Ze is niet bij mij,’ de diepste zee: ‘Bij mij evenmin.’ De wijsheid is niet te koop voor enig goud, noch kan ze in zilver worden afgewogen. Kostbaarder is ze dan het goud van Ofir, dan de duurste onyx of saffier. Ze wordt niet geëvenaard door goud of glas, niet verworven voor schalen van het fijnste goud.
Lees meer ...