Niet lang daarna ontving Jozef het bericht dat zijn vader ziek was. Samen met zijn twee zonen, Manasse en Efraïm, ging hij naar hem toe. Toen men Jakob vertelde dat zijn zoon Jozef er was, verzamelde hij al zijn krachten en ging op de rand van het bed zitten. Hij zei tegen Jozef:

‘God, de Ontzagwekkende, is in Luz, in Kanaän, aan mij verschenen en heeft mij daar gezegend. Hij heeft me gezegd:

“Ik zal je vruchtbaar maken en je veel nakomelingen geven; er zal een groot aantal volken uit je voortkomen. En dit land zal Ik jouw nakomelingen voor altijd in bezit geven.” Welnu, de twee zonen die jij in Egypte hebt gekregen voordat ik hierheen kwam, zullen als mijn eigen zonen gelden:

Efraïm en Manasse stel ik op één lijn met Ruben en Simeon. Maar als je na hen nog meer kinderen verwekt, dan zullen die als de jouwe worden beschouwd. Zij krijgen grondbezit in het stamgebied van hun broers. Ik wil dit zo omdat toen ik terugkwam uit Paddan, Rachel tot mijn verdriet is gestorven op onze tocht door Kanaän; het was toen nog maar een uur of twee naar Efrat, en ik heb haar daar, langs de weg naar Efrat begraven.’ (Efrat is het huidige Betlehem.)

Toen viel Israëls oog op Jozefs zonen, en hij vroeg:

‘Wie zijn dat?’ Jozef antwoordde zijn vader:

‘Dat zijn mijn zonen, die God mij hier gegeven heeft.’ ‘Laat ze toch dichterbij komen,’ zei Israël, ‘dan zal ik hen zegenen.’ Doordat Israël al oud was, waren zijn ogen dof geworden, hij kon niet goed meer zien. Toen Jozef zijn zonen dichter naar hem toe had gebracht, kuste en omhelsde Israël hen. ‘Ik had niet gedacht dat ik jou ooit nog zou terugzien,’ zei hij tegen Jozef, ‘maar God heeft mij zelfs je nakomelingen laten zien.’ Jozef liet zijn zonen, die tegen Israëls knieën stonden, wat opzij gaan en boog zich diep voor hem neer.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6
Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1
Genesis 24:31-44 Een vrouw voor Isaak 3
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1
Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël
Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2
Genesis 19:15-26 Sodom en Gomorra 5
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
Genesis 18:23-33 Sodom en Gomorra 3
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 4:1-16 Adams zonen 1
Genesis 26:23-33 Isaak en Rebekka in Gerar 3
Genesis 11:1-9 Babel
Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2
Genesis 43:15-25 Jozefs broers opnieuw in Egypte 2
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1
Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1
Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3
Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor
Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
Genesis 19:1-14 Sodom en Gomorra 4
Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde
Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 22:1-14 Abraham op de proef gesteld 1
Genesis 2:1-4 De schepping van hemel en Aarde 3
Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2
Genesis 33:18-20 Dina en Sichem 1
Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1
Genesis 45:1-9 Jozefs broers opnieuw in Egypte 7
Genesis 21:1-13 Isaak en Ismaël 1
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2
Genesis 35:16-29 Jakob opnieuw in Betel 2
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
Genesis 20:1-7 Abraham en Sara bij Abimelech 1
Genesis 35:1-15 Jakob opnieuw in Betel 1
Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3
Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8
Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10
Genesis 28:1-9 Jakob ontneemt Esau de zegen 5
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4
Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 10:21-32 Nakomelingen van Noachs zonen 2
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1
Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3
Genesis 27:20-33 Jakob ontneemt Esau de zegen 3
Genesis 11:27-32 Terach
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot
Genesis 45:21-28 Jozefs broers opnieuw in Egypte 9
Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1
0Shares