Jozef zei tegen zijn broers en zijn verdere familieleden:
‘Ik ga nu de farao op de hoogte brengen. Ik zal tegen hem zeggen:
“Mijn broers en mijn andere familieleden zijn uit Kanaän naar mij toe gekomen. Het zijn altijd schaapherders en veefokkers geweest, en ze hebben hun schapen en geiten en hun runderen meegebracht en alles wat ze verder maar bezitten.” Als de farao jullie ontbiedt en naar je beroep vraagt, dan moeten jullie hem beleefd antwoorden dat jullie al van jongs af aan veefokkers zijn, net als jullie voorouders. Dan zullen jullie je wel hier in Gosen mogen vestigen, want de Egyptenaren hebben een afschuw van schaapherders.’
Lees ook deze Berichten:
Genesis 50:15-21 Jakobs levenseinde 7
Genesis 1:1-19 De schepping van hemel en Aarde 1
Genesis 46:16-30 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 36:31-43 Nakomelingen van Esau 3
Genesis 13:2-18 Scheiding tussen Abram en Lot
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 39:21-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 15:12-21 Abrams visioen 2
Genesis 39:9-20 Jozef en de vrouw van Potifar 2
Genesis 28:10-22 Jakobs droom in Betel
Genesis 40:16-23 De dromen van schenker en bakker ...
Genesis 24:58-67 Een vrouw voor Isaak 5
Genesis 11:10-26 Van Sem tot Abram
Genesis 4:17-26 Adams zonen 2
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 30:1-18 Jakob bij Laban 4
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 41:1-16 De droom van de farao 1
Genesis 6:5-22 Noach 1
Genesis 9:1-17 Noach 6
Genesis 31:1-16 Jakob bij Laban 7
Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5
Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3
Genesis 8:15-22 Noach 5
Genesis 49:16-33 Jakobs levenseinde 5
Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 42:29-38 Jozefs broers in Egypte 3
Genesis 19:1-14 Sodom en Gomorra 4
Genesis 46:1-15 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 8:1-14 Noach 4
Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël
Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 44:24-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 6
Genesis 33:1-11 Jakob oog in oog met Esau 4
Genesis 12:10-20-13:1 Abram en Sarai in Egypte
Genesis 45:21-28 Jozefs broers opnieuw in Egypte 9
Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1
Genesis 35:1-15 Jakob opnieuw in Betel 1
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël
Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 2:5-14 De tuin van Eden 1
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1
Genesis 31:43-54-32:1 Jakob bij Laban 10
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3
Genesis 1:20-31 De schepping van hemel en Aarde 2
Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 42:18-28 Jozefs broers in Egypte 2
Genesis 19:27-38 Sodom en Gomorra 6
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 48:1-12 Jakobs levenseinde 2
Genesis 22:15-19 Abraham op de proef gesteld 2
Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4
Genesis 18:1-15 Sodom en Gomorra 1
Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 2:15-25 De tuin van Eden 2
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 25:1-11 Abrahams levenseinde
Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
