Page 19 of 20
1 17 18 19 20

Exodus 12:1-15 Pesachfeest en uittocht uit Egypte 1

De HEER zei tegen Mozes en Aäron, nog in Egypte: ‘Voortaan moet deze maand bij jullie de eerste maand van het jaar zijn. Zeg tegen de hele gemeenschap van Israël: “Op de tiende van deze maand moet elke familie een lam of een bokje uitkiezen, elk gezin één. Gezinnen die te klein zijn om een heel dier te eten, nemen er samen met hun naaste buren een, rekening houdend met het aantal personen en met wat ieder nodig heeft. Het mag het jong van een schaap zijn of het jong van een geit, als het maar een mannelijk dier van één jaar oud is zonder enig gebrek. Houd dat apart tot de veertiende van deze maand; die dag moet de voltallige gemeenschap van Israël de dieren in de avondschemer slachten.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 12:16-28 Pesachfeest en uittocht uit Egypte 2

Dit voorschrift blijft voor altijd van kracht. Generatie na generatie moeten jullie het feest van het Ongedesemde brood vieren, omdat Ik jullie die dag, in groepen geordend, uit Egypte heb geleid. Van de avond van de veertiende dag van de eerste maand tot de avond van de eenentwintigste dag van die maand moeten jullie ongedesemd brood eten. Gedurende die zeven dagen mag er geen zuurdesem in jullie huizen te vinden zijn; iedereen die iets eet dat zuurdesem bevat, moet uit de gemeenschap van Israël gestoten worden, of het nu een vreemdeling is of een geboren Israëliet.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 12:29-42 Pesachfeest en uittocht uit Egypte 3

Midden in de nacht doodde de HEER alle eerstgeborenen in Egypte, van de eerstgeborene van de farao, zijn troonopvolger, tot de eerstgeborene van de gevangene, en ook al het eerstgeboren vee. De farao, zijn hovelingen en alle andere Egyptenaren schrokken die nacht wakker, en in heel Egypte klonk een luid gejammer, want er was geen huis waarin geen dode was. Die nacht nog ontbood de farao Mozes en Aäron. ‘Ga onmiddellijk bij mijn volk weg,’ zei hij, ‘u en alle Israëlieten! Ga de HEER maar vereren, zoals u hebt gevraagd. Neem uw schapen, geiten en runderen mee, zoals u gevraagd hebt, en verdwijn! Maar bid dan ook voor mij om zegen.’

0Shares
Lees meer ...

Exodus 12:43-51 Pesachfeest en uittocht uit Egypte 4

De HEER zei tegen Mozes en Aäron: ‘Voor het pesachmaal gelden deze voorschriften: Er mag geen enkele vreemdeling aan deelnemen. Een slaaf die door iemand gekocht is, mag er echter aan deelnemen zodra hij besneden is. Een vreemdeling die tijdelijk bij je verblijft of een dagloner mag er niet aan deelnemen.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 13:1-10 Pesachfeest en uittocht uit Egypte 5

De HEER zei tegen Mozes: ‘Wijd alle eerstgeborenen aan Mij; alles wat bij de Israëlieten of bij hun vee als eerste de moederschoot verlaat behoort Mij toe.’ Mozes zei tegen het volk: ‘Blijf deze dag gedenken, de dag waarop u weggetrokken bent uit Egypte, dat slavenland, want met krachtige hand heeft de HEER u daaruit bevrijd. Er mag dan niets gegeten worden dat zuurdesem bevat. Deze dag, de dag van uw uittocht, valt in de maand abib.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 13:11-16 Pesachfeest en uittocht uit Egypte 6

Als de HEER u in het land van de Kanaänieten gebracht heeft, zoals Hij u en uw voorouders onder ede heeft beloofd, en als Hij u dat land in bezit heeft gegeven, dan moet u alles wat als eerste de moederschoot verlaat aan de HEER afstaan. Alle eerstgeboren mannelijke dieren die uw vee werpt, moeten aan de HEER gegeven worden. Elk eerstgeboren veulen van een ezel moet u vrijkopen met een lam.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 13:17-22 Doortocht door de Rietzee 1

Toen de farao het volk had laten vertrekken, leidde God hen niet langs de weg die door het gebied van de Filistijnen loopt, ook al was dat de kortste route. God dacht namelijk: Als ze strijd zouden moeten leveren, konden ze weleens spijt krijgen en teruggaan naar Egypte. Daarom liet Hij het volk een omweg maken en door de woestijn naar de Rietzee trekken.

0Shares
Lees meer ...

Exodus 14:1-14 Doortocht door de Rietzee 2

De HEER zei tegen Mozes: ‘Zeg tegen de Israëlieten dat ze omkeren en hun kamp opslaan voor Pi-Hachirot, tussen Migdol en de zee; jullie moeten je kamp recht tegenover Baäl-Sefon opslaan, vlak bij de zee. De farao zal denken dat jullie de weg kwijt zijn geraakt en de woestijn niet meer uit kunnen komen. Ik zal ervoor zorgen dat hij onverzettelijk blijft, zodat hij jullie achtervolgt, en dan zal Ik Mijn majesteit tonen door de farao en zijn hele leger ten val te brengen. Dan zullen de Egyptenaren beseffen dat Ik de HEER ben.’ De Israëlieten gehoorzaamden. Toen aan de farao, de koning van Egypte, bericht werd dat het volk gevlucht was, kregen hij en zijn hovelingen spijt. ‘Hoe konden we Israël zomaar laten vertrekken!’

0Shares
Lees meer ...

Exodus 14:15-25 Doortocht door de Rietzee 3

De HEER zei tegen Mozes: ‘Waarom roep je Mij te hulp? Zeg tegen de Israëlieten dat ze verder trekken. Jij moet je staf geheven houden boven de zee en zo het water splijten, zodat de Israëlieten dwars door de zee kunnen gaan, over droog land. Ik zal de Egyptenaren onverzettelijk maken zodat ze hen achterna gaan, en dan zal Ik Mijn majesteit tonen door de farao en zijn hele leger, zijn wagens en zijn ruiters, ten val te brengen. De Egyptenaren zullen beseffen dat Ik de HEER ben, als Ik in Mijn majesteit de farao, met al zijn wagens en ruiters, ten val heb gebracht.’

0Shares
Lees meer ...

Exodus 14:26-31 Doortocht door de Rietzee 4

De HEER zei tegen Mozes: ‘Strek je arm uit boven de zee; dan stroomt het water terug, over de Egyptenaren en over al hun wagens en ruiters.’ Mozes gehoorzaamde, en toen de dageraad aanbrak, stroomde de zee terug naar haar gewone plaats. De Egyptenaren vluchtten het water tegemoet, de HEER dreef hen regelrecht de golven in.

0Shares
Lees meer ...
Page 19 of 20
1 17 18 19 20