Kaïn had gemeenschap met zijn vrouw, en zij werd zwanger en bracht Henoch ter wereld. Kaïn was toen een stad aan het bouwen en hij noemde die Henoch, naar zijn zoon. Henoch kreeg een zoon, Irad. Irad was de vader van Mechujaël, Mechujaël was de vader van Metusaël en Metusaël was de vader van Lamech. Lamech nam twee vrouwen; de ene heette Ada, de andere Silla. Ada bracht Jabal ter wereld; hij werd de stamvader van hen die in tenten leven en vee houden. Zijn broer heette Jubal; hij werd de stamvader van allen die op de lier of de fluit spelen. Ook Silla bracht een zoon ter wereld, Tubal-Kaïn; hij was smid en werd de stamvader van allen die brons en ijzer bewerken. De zuster van Tubal-Kaïn heette Naäma. Lamech zei tegen zijn vrouwen:

‘Ada en Silla, hoor wat ik zeg! Vrouwen van Lamech, luister naar mij! Wie mij verwondt, die sla ik dood, zelfs wie mij maar een striem toebrengt. Kaïn wordt zevenmaal gewroken, Lamech zevenenzeventigmaal.’

Opnieuw had Adam gemeenschap met zijn vrouw, en zij bracht een zoon ter wereld. Ze noemde hem Set, ‘want,’ zei ze, ‘God heeft mij in de plaats van Abel, die door Kaïn is gedood, een ander kind gegeven.’ Ook Set kreeg een zoon, die hij Enos noemde. In die tijd begon men de naam van de HEER aan te roepen.

Loading

Lees ook deze Berichten:

Genesis 5:21-32 Van Adam tot Noach 2
Genesis 36:20-30 Nakomelingen van Esau 2
Genesis 32:23-33 Jakob oog in oog met Esau 3
Genesis 44:14-23 Jozefs broers opnieuw in Egypte 5
Genesis 46:1-15 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 37:12-25 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 47:1-14 Jakob met al zijn nakomelingen naa...
Genesis 14:14-24 Lot door Abram bevrijd 2
Genesis 25:12-18 Nakomelingen van Ismaël
Genesis 3:14-24 De tuin van Eden 4
Genesis 34:13-24 Dina en Sichem 3
Genesis 42:1-17 Jozefs broers in Egypte 1
Genesis 30:19-32 Jakob bij Laban 5
Genesis 34:25-31 Dina en Sichem 4
Genesis 25:19-34 Jakob en Esau
Genesis 47:15-27 Jakob met al zijn nakomelingen na...
Genesis 50:1-14 Jakobs levenseinde 6
Genesis 41:47-57 De droom van de farao 4
Genesis 38:1-14 Juda en Tamar 1
Genesis 16:1-16 De geboorte van Ismaël
Genesis 14:1-13 Lot door Abram bevrijd 1
Genesis 31:31-42 Jakob bij Laban 9
Genesis 8:15-22 Noach 5
Genesis 10:1-20 Nakomelingen van Noachs zonen 1
Genesis 7:1-16 Noach 2
Genesis 43:15-25 Jozefs broers opnieuw in Egypte 2
Genesis 41:17-33 De droom van de farao 2
Genesis 30:33-43 Jakob bij Laban 6
Genesis 50:22-26 Jozefs dood
Genesis 38:24-30 Juda en Tamar 3
Genesis 5:1-20 Van Adam tot Noach 1
Genesis 12:1-9 Abram naar Kanaän
Genesis 37:26-36 Jozef verkocht en naar Egypte geb...
Genesis 26:34-35 Jakob ontneemt Esau de zegen 1
Genesis 15:1-11 Abrams visioen 1
Genesis 36:1-19 Nakomelingen van Esau 1
Genesis 32:2-16 Jakob oog in oog met Esau 1
Genesis 44:1-13 Jozefs broers opnieuw in Egypte 4
Genesis 21:14-21 Isaak en Ismaël 2
Genesis 24:1-14 Een vrouw voor Isaak 1
Genesis 45:10-20 Jozefs broers opnieuw in Egypte 8
Genesis 26:1-11 Isaak en Rebekka in Gerar 1
Genesis 39:1-8 Jozef en de vrouw van Potifar 1
Genesis 37:1-11 Jozef verkocht en naar Egypte gebr...
Genesis 20:8-18 Abraham en Sara bij Abimelech 2
Genesis 23:1-9 Koop van een familiegraf 1
Genesis 9:18-29 Noach 7
Genesis 7:17-24 Noach 3
Genesis 47:28-31 Jakobs levenseinde 1
Genesis 6:1-4 Vermenging van goden en mensen
Genesis 27:1-19 Jakob ontneemt Esau de zegen 2
Genesis 11:1-9 Babel
Genesis 3:1-13 De tuin van Eden 3
Genesis 23:10-20 Koop van een familiegraf 2
Genesis 32:17-22 Jakob oog in oog met Esau 2
Genesis 45:21-28 Jozefs broers opnieuw in Egypte 9
Genesis 24:45-57 Een vrouw voor Isaak 4
Genesis 34:1-12 Dina en Sichem 2
Genesis 29:15-30 Jakob bij Laban 2
Genesis 48:13-22 Jakobs levenseinde 3
Genesis 38:15-23 Juda en Tamar 2
Genesis 40:1-15 De dromen van schenker en bakker 2
Genesis 22:20-24 Nakomelingen van Nachor
Genesis 18:16-22 Sodom en Gomorra 2
Genesis 43:26-34 Jozefs broers opnieuw in Egypte 3
Genesis 43:1-14 Jozefs broers opnieuw in Egypte 1
Genesis 18:1-15 Sodom en Gomorra 1
Genesis 17:1-14 Verbond tussen God en Abram 1
Genesis 27:34-46 Jakob ontneemt Esau de zegen 4
Genesis 33:12-17 Jakob oog in oog met Esau 5
0Shares