Vanaf die tijd begon Jezus Zijn leerlingen duidelijk te maken dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden door toedoen van de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden, maar op de derde dag uit de dood zou worden opgewekt. Petrus nam Hem ter zijde en begon Hem fel terecht te wijzen: ‘God verhoede het, Heer! Dat zal U zeker niet gebeuren!’
Lees meer ...Matteüs 17:1-13 Een stem uit de hemel
Zes dagen later nam Jezus Petrus, Jakobus en diens broer Johannes met zich mee een hoge berg op, waar ze alleen waren. Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante, Zijn gezicht straalde als de Zon en Zijn kleren werden wit als het licht. Plotseling verschenen aan hen Mozes en Elia, die met Jezus in gesprek waren. Petrus nam het woord en zei tegen Jezus: ‘Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U wilt zal ik hier drie tenten opslaan, een voor U, een voor Mozes en een voor Elia.’
Lees meer ...Matteüs 17:14-23 Gebrek aan geloof
Toen ze zich weer bij de mensenmassa voegden, kwam er iemand naar Hem toe die voor Hem op zijn knieën viel en zei: ‘Heer, heb medelijden met mijn zoon, want hij is maanziek en lijdt daar erg onder; hij valt dikwijls in het vuur of in het water. Ik heb hem bij Uw leerlingen gebracht, maar zij konden hem niet genezen.’ Jezus antwoordde: ‘Wat zijn jullie toch een ongelovig en dwars volk, hoe lang moet Ik nog bij jullie blijven?
Lees meer ...Matteüs 17:24-27 Onderricht aan Petrus en de leerlingen 1
Toen ze in Kafarnaüm waren aangekomen, kwamen de inners van de tempelbelasting bij Petrus en vroegen: ‘Draagt uw meester de dubbeldrachme niet af?’ Hij antwoordde: ‘Zeker wel!’ Toen hij thuiskwam, was Jezus hem voor met de vraag:
Lees meer ...